wc= туалет - wreedaard
- wezengoed
- wezenkleding
- wezenlijk
- wezenloos
- wezenskenmerk
- wezensonderscheid
- wezenstrek
- wgo
- whisky
- whisten
- wichelaar
- wichelarij
- wichelen
- wichelroede
- wichelroedeloper
- wicht
- wichthoudend
- wichtig
- wie
- wie a zegt moet ook b zeggen
- wie boter op zijn hoofd heeft moet niet in de zon lopen boter
- wie de schoen past, trekke hem aan
- wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in
- wie eerst komt, eerst maalt
- wie heeft hem ertoe gebracht?
- wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd
- wie het laatst lacht, lacht het best
- wie het onderste uit de kan wil hebben krijgt het lichtzinnigheid op de neus
- wie honing wil eten, moet lijden dat de bijen hem steken
- wie in het schuitje zit moet varen
- wie in het schuitje zit, moet meevaren
- wie is aan de beurt?
- Wie is dat in hemelsnaam?
- wie is dominee?
- wie is er aan bod?
- wie is uw zeggingskracht?
- wie kaatst moet de bal terug verwachten
- wie kaatst moet de bal verwachten
- wie met peinzen omgaat, wordt er mee besmet peinzen
- wie met pek omgaat, wordt ermee besmet